Bronsgieten
De à cireperdue-methode
De belangrijkste materialen om beelden mee te maken zijn van oudsher steen, hout en brons. Een bronzen beeld kan op twee manieren worden gemaakt; volgens de zandgiet-methode of volgens de à cireperdue-methode. In deze lesbrief wordt besproken hoe de laatste methode in zijn werk gaat.
Brons
Al rond 3000 v. Chr. leerde men in Azië en Egypte hoe metaal verkregen kon worden door ertsen te smelten. Zo verkreeg men bijvoorbeeld goud en koper. Diegenen die wisten hoe ze het metaal moesten bewerken stonden in hoog aanzien. Het was gevaarlijk werk. Sommige materialen kunnen pas worden bewerkt als ze tot 1000 graden Celsius verhit worden.
Later ontdekt men hoe brons gemaakt kan worden. Brons wordt niet rechtstreeks in de natuur gevonden, zoals goud en koper, maar is een mengsel, een legering, van koper en tin. Brons heeft als voordeel dat het harder is dan koper, waardoor het minder snel slijt. Brons kan bovendien beter tegen de buitenlucht. Het is daarom erg geschikt voor wapens, gereedschappen én beeldhouwen.
Om een bronzen beeld te maken, moet het brons eerst in een oven worden gesmolten tot het helemaal vloeibaar is. Daarna kan het in een vorm worden gegoten. De vorm kan op twee manieren vol gegoten worden: massief of hol.
Massief
Een klein en niet te ingewikkeld beeldje kan massief worden gegoten. Het is het makkelijkste om brons direkt in een vuurvaste vorm te gieten. Dat kan bijvoorbeeld een uitgehakte steen zijn. Een massief gietsel kan ook worden gemaakt volgens de à cireperdue-methode. ‘A cireperdue’ is Frans voor ‘verloren was’. Bij de ‘verloren was’-methode wordt eerst een beeldje van was gemaakt. Was is een vettig materiaal, waarmee je, net als bijvoorbeeld met klei, kunt boetseren. Dit beeldje wordt toegedekt met klei of vormmassa, een mengsel van gips en leem. Het geheel wordt in een oven geplaatst. Tijdens het bakken in de oven smelt het wasmodel, ‘het gaat verloren’. De vloeibare was kan via een gootje wegstromen en zo ontstaat in de gebakken vorm een lege ruimte waar het brons ingegoten kan worden.
Grote beelden zijn niet geschikt om massief gegoten te worden. Ze zouden veel te zwaar worden en bovendien is het onnodige verspilling van brons, want er kunnen ook holle beelden worden gemaakt.
Een hol gietsel
Het maken van een hol gietsel is te vergelijken met het maken van een massief gietsel. Het enige verschil is dat het wasmodel over een kern wordt gemaakt. Als je op de manier zoals hierboven beschreven een massief of een hol gietsel maakt, is het een ramp als het gietsel mislukt. Het model van was is dan verdwenen – het is gesmolten – en alles is voor niets geweest! Al in de Oudheid ontwikkelde men daarom nog een andere manier om een vorm à cireperdue te gieten; de indirekte methode.
De indirekte methode
Het à cireperdue-gieten volgens de indirekte methode is ingewikkelder en kost meer tijd. Maar omdat er minder risico aan verbonden is, wordt deze methode tegenwoordig het meest toegepast.